Renovatie zwembad is hoogdringend

Lommel krijgt geen nieuw zwembad. In de beleidsnota van de stad is enkel sprake van ‘vernieuwing’ en geen ‘nieuwbouw’. “Nu een nieuwbouwproject uitgesteld wordt, moet de stad het huidige bad renoveren. De huidige infrastructuur is ontoereikend voor een verlenging van de milieuvergunning in 2014. Die wordt strenger maar is nodig om het Lommelse zwembad open te houden. Als Lommel niet zonder zwembad wil vallen, moet het dringend de gebreken oplijsten en de renovatiewerken starten”, waarschuwt N-VA-gemeenteraadslid Fons Hamblok.

Van nieuwbouw naar renovatie

De aankondiging van een nieuw zwembad werd al meermaals gelanceerd. Vlak voor de verkiezingen van 2006 beloofde het stadsbestuur zelfs een Olympisch bad. Fons Hamblok : “In haar beleidsnota geeft de stad eigenlijk toe dat deze plannen te voortvarend en te hoog gegrepen zijn. In afwachting van een nieuw en financieel haalbaar project moeten we het redden met het huidig bad dat gerenoveerd wordt. Die herstelwerken mogen wel niet lang op zich laten wachten. De milieuvergunning moet in 2014 verlengd worden. Zoniet dreigt een tijdelijke sluiting. En dat is niet wenselijk. In 1993 werd het bad al eens tweeënhalf jaar gesloten wegens verbouwingswerken. Een situatie waar de Lommelse zwemclub, de scholen en de vele recreanten niet op zitten te wachten.”

Werk aan de winkel

Volgens de gebruikers is het zwembad toe aan een opknapbeurt: de ventilatie valt soms uit en de kelder en buitenzijde vertonen betonrot. “In haar rapport van 30 september 2004 klaagde het studiebureau Libost reeds de stabiliteit en het betonrot in de kelder aan. In plaats van specialisten in te roepen, werden deze problemen door de stad zelf aangepakt. Peter Luykx, fractieleider voor de N-VA, belooft de zaak op de voet te volgen.  “Belangrijk is dat het zwembad kan open blijven. Men had ofwel een nieuw zwembad moeten bouwen, ofwel het huidige tijdig moeten renoveren. De stad moet zo snel mogelijk de gebreken inventariseren en verbeteren opdat een verlenging van de vergunning niet in het gedrang komt.”